Hengelsport uitrusting en tactiek
Wie ving er vroeger, toen je nog klein was, al geen brasems? Een vaste stok, een "feederhengel" of een "winckle picker". Bijna iedere hengel voldoet aan het vissen op deze slijmjurk. Let er wel op dat de brasem na het aanslaan even tegensputtert. Dit is het moment dat je uitrusting de klappen moet kunnen opvangen, want na de eerste klappen laat de brasem zich meestal zonder noemenswaardige tegenstand het net in geleiden. Gebruik daarom een niet al te lichte lijn. Denk, afhankelijk van de soort hengel en uitrusting, aan een lijn van ongeveer 0,14 - 0,18 mm diameter. De haak behoeft voor de brasem niet al te groot te zijn. Een scherpe haak, Maten 8, 10, 12 en 14 voldoen zeker.

 

Met welke hengel je ook vist, enkele belangrijke onderwerpen moet je niet vergeten. Denk als eerste aan het uitpeilen. Brasem houdt zich, zoals eerder opgemerkt, vaak bij de bodem op. Ondiepe gedeelten zijn favoriet bij deze vis. Als je denk dat je dan altijd dichtbij de kant moet vissen, komt je bedrogen uit. Vaak kun je de grotere brasems een heel stuk uit de kant vangen. Vaak houden ze zich op rond plateaus. Juist peilen kan ervoor zorgen dat je de hele vissessie op de juiste diepte ligt.

Een juiste montage van het lood is essentieel voor een goede vangst. Op een geruime hoogte boven de haak monteer je het lood op korte afstand van elkaar. Het laatste, een klein, loodje monteer je net boven de bodem. Het aas en de onderlijn liggen dus op de bodem. Zorgt de wind voor het wegdrijven van je montage, kun je het laatste loodje ook op die wijze monteren dat het ook op de bodem ligt. Daardoor wordt het geheel iets rustiger. Heb je een echte stroming in het water, kies er dan voor om het laatste loodje te voorzien van nog en loodje en zorg dan dat beide loodjes op de bodem liggen. Denk eraan dat je de dobber dan niet geheel uitlood, anders wordt de dobber namelijk door de stroming onder getrokken.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb